Wat is de betekenis van uitbroedt?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitbroedt

uitbroedt - Werkwoord 1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbroeden ♢... dat jij uitbroedt\n2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbroeden ♢... dat hij uitbroedt

Gerelateerde zoekopdrachten