Wat is de betekenis van uitblinker?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

uitblinker

Het begrip uitblinker heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand die uitblinkt. iemand die in zijn prestaties boven anderen uitsteekt; iemand die uitblinkt (in iets). 2) iets dat uitblinkt. iets wat uitblinkt.

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

uitblinker

(1984) (Vlaanderen, spot.) iemand met een kaal hoofd. • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitblinker

uitblinker - Zelfstandignaamwoord 1. (sport) (onderwijs) iemand of iets de heel erg goed is, iemand die beter is dan de rest De uitblinker tijdens het zwemtournooi won alle wedstrijden. Hij was een uitblinker op school, hij was de enige cum laude zijn ex...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uitblinker

uitblinker - zelfstandig naamwoord uitspraak: uit-blin-ker 1. iemand die beter presteert dan anderen ♢ Regina is een uitblinker in sport Zelfstandig naamwoord: uit-blin-ker de uitblinker ...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitblinker

s., útblinker, -ljochter, -stekker, -rinder.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitblinker

m. (-s), die uitblinkt, knapperd.