Wat is de betekenis van UBERTEIT?

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Uberteit

vruchtbaarheid

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Uberteit

vruchtbaarheid; rijkdom, overvloed.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uberteit

(<Fr.-Lat.) v., vruchtbaarheid, volheid, overvloed, rijkdom.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uberteit

(ubər'teit) v. [Lat. ubertas] overvloed, vruchtbaarheid.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

uberteit

uberteit - v., vruchtbaarheid;rijkdom; overvloed.

2024-04-19
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Uberteit

lat., vruchtbaarheid, welige voortbrengingskracht; voorts overvloed, rijkdom.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UBERTEIT

UBERTEIT - v. vruchtbaarheid, volheid, overvloed, rijkdom.

2024-04-19
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

uberteit

uberteit - v. vruchtbaarheid

Gerelateerde zoekopdrachten