Wat is de betekenis van twist?

(zelfstandig naamwoord) [alg.] draai, omslag, wending - Dan neemt het verhaal een onverwachte wending. [alg.] vleug(je), snufje

twist - Zelfstandignaamwoord 1. een langdurig geschil ♢ Hopelijk kan die twist nu eindelijk bijgelegd worden. 2. een dans uit de jaren 1960 twist - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van twisten 2. gebiedenwijs van twisten

twist - zelfstandig naamwoord 1. toestand van kwaad zijn op elkaar ♢ de twist tussen die families duurt al jaren 2. snelle, vrije dans uit de zestiger jaren van de vorige eeuw ♢ op dansles leerden we ook de t...

Twist - in het circusjargon een combinatie van een pirouette en een salto. Bij vliegende-trapeze-en springplanknummers.

De twist is een dans (1) uit de jaren zestig van de 20e eeuw, kenmerkend door draaiende bewegingen (zie beweging (4)) van benen en heupen.

onenigheid; dans; alcoholische eierdrank

oude naam voor Westerbeek.

meerdradig katoenen hand- en machinegaren, machinaal gedraaid. De Engelsen brachten het eerst machinale garens. Het werd onder de naam twist bekend.

moderne dans.