Wat is de betekenis van tweestrijd?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tweestrijd

tweestrijd - Zelfstandignaamwoord 1. conflict tussen twee mensen of groepen Zo ontstond er een tweestrijd tussen de aanhangers van de Vrije Fransen en het Vichy-regime. 2. competitie tussen twee mensen of groepen in de sport Een tweestrijd tussen viervoud...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tweestrijd

tweestrijd - zelfstandig naamwoord uitspraak: twee-strijd 1. moeilijke keuze tussen twee dingen ♢ we stonden in tweestrijd of we mee zouden gaan Zelfstandig naamwoord: twee-strijd de tweestrijd ...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tweestrijd

s., twastriid; instaan, yn bistân stean.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tweestrijd

m., tweegevecht; alleen fig., inwendige strijd, strijd met zichzelf, besluiteloosheid: in tweestrijd staan, niet weten wat te doen.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tweestrijd

m. (strijd met zich zelf): zijn verstand en zijn gevoel brengen Jan in een tweestrijd; in tweestrijd staan.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tweestrijd

('twe:) m. 1. Eig. tweegevecht. 2. Metf. inwendige strijd met zichzelf, besluiteloosheid : in staan; met zichzelf in zijn.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tweestrijd

m., strijd met zichzelf, besluiteloosheid: in tweestrijd staan, niet weten wat te doen.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tweestrijd

Tweestrijd - m. tweegevecht; — inwendige strijd, strijd met zichzelven, besluiteloosheid: in tweestrijd staan, niet weten wat te doen.