tweejarig
tweejarig - Bijvoeglijk naamwoord 1. twee jaar oud Woordherkomst Samenstellende afleiding van twee en jaar met het achtervoegsel -ig
Wiktionary (2019)
tweejarig - Bijvoeglijk naamwoord 1. twee jaar oud Woordherkomst Samenstellende afleiding van twee en jaar met het achtervoegsel -ig
Muiswerk Educatief (2017)
tweejarig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: twee-ja-rig 1. van twee jaar oud ♢ een tweejarig kind kent nog geen gevaar 2. wat twee jaar duurt ♢ we hebben een tweejarig contract afgesloten...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj., twajierrich; — dier, paard, twinter (de & it); -e stier, twinterbolle; — schaap, twintertouke (it).
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. twee jaren oud: een tweejarig kind. 2. twee jaren durende: zijn tweejarig verblijf op Java. 3. om de twee jaren plaats vindende: een tweejarig feest; — tweejarige planten, die eerst het tweede jaar bloeien en dan sterven.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (1 twee jaren tellende of oud; 2 twee jaar durende; 3 alle twee jaar terugkerende): 1. een tweejarig kind; 2. een tweejarig verblijf in den vreemde; 3. een tweejarige oorlog; tweejarige planten, die eerst in het tweede jaar bloeien, zaad geven en dan sterven, b.v. de uien.
Jozef Verschueren (1930)
('twe:) bn. 1. twee jaren oud : een kindje. 2. twee jaren durend : een -e oorlog. 3. om de twee jaren terugkerend : een feest. 4. eerst in het tweede jaar bloeiend om dan te sterven : -e planten.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. twee jaren oud: een tweejarig kind; 2. twee jaren durend: zijn tweejarig verblijf op Java; 3. waaraan een cyclus van twee jaren ten grondslag ligt: tweejarige planten . Tweejarige planten, symbool ⊙⊙, bloeien niet in het jaar waarin zij kiemen (en een wortelrozet of een overwinterend knolletje of bolletje vormen) maar in het daarop volgend...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: