tweedehands
tweedehands - Bijvoeglijk naamwoord 1. reeds in iemand anders bezit geweest ♢ Deze tweedehandse trui is net nieuw. Woordherkomst Samenstellende afleiding van tweede en hand met het achtervoegsel -s
Alles over bitcoin, cryptovaluta en de blockchain
Nederlandstalige WikiWoordenboek
tweedehands - Bijvoeglijk naamwoord 1. reeds in iemand anders bezit geweest ♢ Deze tweedehandse trui is net nieuw. Woordherkomst Samenstellende afleiding van tweede en hand met het achtervoegsel -s
Nederlands woordenboek voor onderwijs
tweedehands - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: twee-de-hands 1. wat eerst van iemand anders is geweest ♢ Annelies draagt altijd tweedehands kleren Bijvoeglijk naamwoord: twee-de-hands de/het tweedehandse ... ...
Nederlandse encyclopedie
I. bw., uit de tweede hand: iets tweedehands kopen; II. bn., uit de tweede hand gekocht, niet nieuw meer: een tweedehands auto.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
I. bw., uit de tweede hand: iets tweedehands kopen. II. bn., uit de tweede hand gekocht: tweedehandse meubelen; een tweedehands verkoophuis, waar goederen uit de tweede hand verkocht worden; — ook in samenst.: tweedehandskoop (inz. als term in de tabakshandel.)
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
bn. (uit de tweede hand, niet direct van den maker, uitgever, fabrikant): een tweedehandse piano.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.