tweedehands
tweedehands - Bijvoeglijk naamwoord 1. reeds in iemand anders bezit geweest ♢ Deze tweedehandse trui is net nieuw. Woordherkomst Samenstellende afleiding van tweede en hand met het achtervoegsel -s
Wiktionary (2019)
tweedehands - Bijvoeglijk naamwoord 1. reeds in iemand anders bezit geweest ♢ Deze tweedehandse trui is net nieuw. Woordherkomst Samenstellende afleiding van tweede en hand met het achtervoegsel -s
Muiswerk Educatief (2017)
tweedehands - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: twee-de-hands 1. wat eerst van iemand anders is geweest ♢ Annelies draagt altijd tweedehands kleren Bijvoeglijk naamwoord: twee-de-hands de/het tweedehandse ... ...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bw., uit de tweede hand: iets tweedehands kopen. II. bn., uit de tweede hand gekocht: tweedehandse meubelen; een tweedehands verkoophuis, waar goederen uit de tweede hand verkocht worden; — ook in samenst.: tweedehandskoop (inz. als term in de tabakshandel.)
M. J. Koenen's (1937)
bn. (uit de tweede hand, niet direct van den maker, uitgever, fabrikant): een tweedehandse piano.
Jozef Verschueren (1930)
('hants) 1. bw. uit de tweede hand : iets kopen. 2. bn. uit de tweede hand, niet direkt van de maker, uitgever : -e meubelen, boeken.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
I. bw., uit de tweede hand: iets tweedehands kopen; II. bn., uit de tweede hand gekocht, niet nieuw meer: een tweedehands auto.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: