Wat is de betekenis van tutten?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

tutten

1) (2011) (inf.) zich met prullen, beuzelarijen bezighouden. • Ik houd van dat simpele tutten. Scrabble, muziek luisteren, Miss Marple op dvd en dan in bed lekker tegen elkaar aanliggen en enorm je best doen om nog niet in slaap te vallen. (Corine Koole: Hoe mannen liefhebben. 2011) 2) (1981) (homotaal) babbelen over kleren, make-up en...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tutten

tutten - Werkwoord 1. (inerg) treuzelen, tijd verdoen, Ik heb de hele middag maar een beetje lopen tutten. 2. (inerg) langdurig met schoonheidsverzorging bezig zijn Lekker zo'n middagje tutten in de schoonheidssalon. tutten - Zelfsta...

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tutten

(heeft getut), zeuren, zijn tijd verdoen met onbenulligheden.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)