Turk
(19e eeuw) (Tilburg) (scheldw.) ruwe, onbehouwen kerel. • (Ed Schilders: Appetjoek! Spotten en schelden in Tilburg, Goirle en ommelanden. 2016)
Marc De Coster (2020-2024)
(19e eeuw) (Tilburg) (scheldw.) ruwe, onbehouwen kerel. • (Ed Schilders: Appetjoek! Spotten en schelden in Tilburg, Goirle en ommelanden. 2016)
Wiktionary (2019)
Turk - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een inwoner van Turkije, of iemand afkomstig uit Turkije
Leendert Brouwer (2017)
Zou iemand met de famlienaam Turk inderdaad Turkse voorouders hebben? Er zijn verschillende motieven denkbaar voor een bijnaam 'de Turk' waaruit de familienaam kan zijn voortgekomen: gelijkenis (vgl. de naam De Moor), een verre reis ... Maar het zou evengoed kunnen dat een 'Turk' werkelijk uit het Turks-Osmaanse rijk, of bij uitbreiding uit een Noo...
Marc de Coster (1998)
ik ben je - niet racistisch getinte repliek onder schooljongeren, als weigering om een verzoek uit te voeren. In hetzelfde spraakgebruik heeft men het ook over turken ‘kwellen, treiteren; razen en tieren’; maar ook ‘schoonmaakwerk verrichten’. De laatste bet. refereert aan het werk dat gastarbeiders doorgaans verrichten. Turkenhoer is onder jongere...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: