turen
turen - Werkwoord 1. (inerg) aandachtig, onderzoekend naar iets kijken ♢ Met een verrekijker tuurt hij naar de vogels. ♢ Kapitein Smit knijpt zijn ogen tot spleetjes en tuurt over de zee.
Wiktionary (2019)
turen - Werkwoord 1. (inerg) aandachtig, onderzoekend naar iets kijken ♢ Met een verrekijker tuurt hij naar de vogels. ♢ Kapitein Smit knijpt zijn ogen tot spleetjes en tuurt over de zee.
Muiswerk Educatief (2017)
turen - regelmatig werkwoord uitspraak: tu-ren 1. met inspanning kijken, meestal waar het lastig te zien is ♢ hij tuurde in de donkere ruimte Regelmatig werkwoord: tu-ren ik tuur jij/u t...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., digerje, dikerje, mikerje, gûkerje, kuere, mykje, eagje; in de verte —, (út)fierkje; -de bekijken, bidigerje, -mikerje -kuere, -pluer(j)e.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. (tuurde, heeft getuurd), met inspanning zien, scherp kijken: op, naar iets turen; in de verte turen. II. (tuurde, heeft getuurd), (gew.) tuieren.
Jozef Verschueren (1930)
('tu:rən) (tuurde, heeft getuurd) strak, scherp kijken : op een tekening zitten. Syn. → begluren.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(tuurde, heeft getuurd), met inspanning scherp kijken: in de verte turen; staren: zitten turen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: