tuchteloosheid
tuchteloosheid - Zelfstandignaamwoord 1. het tuchteloos zijn ♢ De tuchteloosheid van de opgeschoten jongens bezorgde de politie veel werk. Woordherkomst afgeleid van tuchteloos met het achtervoegsel -heid
Wiktionary (2019)
tuchteloosheid - Zelfstandignaamwoord 1. het tuchteloos zijn ♢ De tuchteloosheid van de opgeschoten jongens bezorgde de politie veel werk. Woordherkomst afgeleid van tuchteloos met het achtervoegsel -heid
Jozef Verschueren (1930)
(’lo:sheit) v. 1. gebrek aan tucht. 2. Verst. weerspannigheid tegen de overheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: