Wat is de betekenis van Tuberkel?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tuberkel

tuberkel - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) kleine knobbel die bij tuberculose gevormd wordt

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Tuberkel

knobbeltje

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

tuberkel

sieklike (vet)knoppie.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Tuberkel

celwoekering die knobbels vormt, welke verkazen: tuberkelbacil.

2024-04-25
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Tuberkel

tuberculum, een ontstekingsknobbeltje, zoals dat in het bijzonder door in het weefsel gedrongen tuberkelbacillen wordt veroorzaakt. Het is de specifieke ontstekingsreactie van het weefsel op deze bacillen. In het midden van deze tuberkels treedt soms een kenmerkende kazige (weefsel-) necrose (verkazing) op, welke in latere stadia (bij een gunstige...

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Tuberkel

tuberkel.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tuberkel

(<Lat.), m. (-s), ben. voor ziekelijke kleine knobbels van grijsachtige of gele kleur, van kaasachtige hoedanigheid, die bij de daarnaar benoemde infectieziekte gevormd worden: tuberkels worden in alle organen en weefsels aangetroffen; in de longen geven zij aan leiding tot longtering.

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

tuberkel

m. knobbel; ook: afkorting voor tuberkelbacil.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tuberkel

m. -s; (Lat. tuberculum = knobbeltje): ziekelijk knobbeltje, b.v. in de longen.