Tu
jij, je, gij, u; être à tu et à toi avec..., jij en jou spelen tegen...
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
pron. pers.; gen. tui (oudtijds tis, Pl.); dat. tibi; acc. te (oudtijds ted, Pl.); abl. te; nom. plur. vos; gen. vestrum of vostrum (partitief) en vestri of vostri (gen. obiectivus); dat. vobis; acc. vos; abl. vobis 1. in ’t alg., gij, soms verst...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: