Wat is de betekenis van troupe?

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Troupe

troep, (toneel) gezelschap

2024-04-19
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Troupe

troep; hoop, schaar, bende; toneelgezelschap; de la troupe, soldaten; par troupes, in troepen; troepsgewijs.

2024-04-19
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

troupe

troep [acteurs, acrobaten].

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

troupe

(Fr.) o. hoop, menigte; (ook:) toneelgezelschap.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

troupe

troupe - v., troep, hoop, menigte ; tooneelgezelschap.