Wat is de betekenis van tropisch?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tropisch

tropisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. tot de tropen behorend, daar voorkomend Woordherkomst afgeleid van het Griekse tropḗ (wending) met het achtervoegsel -isch

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tropisch

tropisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: tro-pies 1. wat te maken heeft met gebieden waar het warm en vochtig is (de tropen) ♢ we hadden een tropische zomer 1. een tropische dag [waarop het warm...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Tropisch

[Lat. tropicus, Gr. tropikos] 1 in beeldspraak, oneigenlijk; 2 van of uit de tropen, als in de tropen; -e dag, dag waarop de maximumtemperatuur boven 30 °C komt; - jaar, de tijd die de zon nodig heeft om van het lentepunt uitgaande eenmaal rond te gaan tot het volgende lentepunt, gelijk aan 365...

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Tropisch

zeer warm; afkomstig van de keerkringlanden; als een troop, figuurlijk

2024-04-19
Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Tropisch

Zie frastisch.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Tropisch

tot de tropen behorend

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tropisch

adj., tropysk.

2024-04-19
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Tropisch

tropisch; figuurlijk.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)