Wat is de betekenis van troonzaal?

troonzaal - Zelfstandignaamwoord 1. een ruimte in een koninklijk paleis waar de monarch in vroeger tijden hof hield ♢ In een rolstoel wordt ze de Troonzaal van het Koninklijk Paleis op de Dam binnen gereden en zonder hulp komt ze het podium niet op. Ik wil het niet weten, maar het is zo: Dame Antonia,...

troonzaal - De belangrijkste staatsievertrekken, waarin de troon staat.

v. (...zalen), zaal (in een vorstelijk paleis) waar de troon staat, grote ontvangzaal.

v. -zalen; zaal, waar de troon staat.

v./m. (—zalen), zaal (in een vorstelijk paleis), grote ontvangstzaal waar de troon staat.