Wat is de betekenis van troglodiet?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

troglodiet

(19e eeuw, vero.) (sch.) mijnwerker. Eigenlijk: holbewoner. • Troglodyten, holbewoners, in 't -algemeen die' volken, welke, voornamelijk in sommige landen van Azië, in holen en onder den grond woonden. Van gr. troglè (gat, holte) en,'duein (in trans duiken). Ook: scheldnaam voor mijnwerkers en voor eenzijdige critici. (Taco H. de B...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

troglodiet

troglodiet - Zelfstandignaamwoord 1. een mens die in grotten (of holen) leeft Troglodieten woonden in grotten. 2. (pejoratief) een dom, bruut persoon Wat is hij een ongelofelijke troglodiet. Woordherkomst Afgeleid via het Latijnse trōgl...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Troglodiet

[Lat. troglodyta, Gr. trooglodutès, van trooglè = hol, en duein = binnenduiken] holbewoner.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Troglodiet

primitief mens; holbewoner

2024-04-19
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

troglodiet

holbewoner. De oermensen waren troglodieten.

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

troglodiet

grotbewoner.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Troglodiet

(<Gr.), m. (-en), holbewoner, primitief mens; — (fig.) mijnwerker.

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

troglodiet

m. hol- of spelonkbewoner; (ook;) mijnwerker.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

troglodiet

(troglo'di:t) m. (-en) [Fr. < Gr. troglè, holte + duein, ingaan] 1. Eig. holbewoner als vertegenwoordiger van een primitief en weinig beschaafd mensenras. 2. Metf. mijnwerker.