trog
...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-gen), trogje, o. (-s), rechthoekige bak, van boven wijder dan van onderen; — (bakk.) kneedhak; — (mets.) kalkbak; — etensbak voor de varkens; — bak waarin geslachte varkens worden afgeschraapt.
Marc De Coster (2020-2024)
(1991) (jeugd) dikke vrouw. In de zestiende eeuw was ‘vuijlen troch’ een scheldwoord voor een man. • Trog, dikke vrouw; ook een bord eten. (Cor Hoppenbrouwers: Jongerentaal. 1991)
Marc de Coster (2007)
(vnl. jeugdtaal) dikke vrouw. In deze betekenis vermeld door Hoppenbrouwers. In de zestiende eeuw was vuijlen troch een scheldwoord voor een man.
Peter Timofeeff (1993)
Gedeelte van een lagedrukgebied waar de luchtdrukgradiënt langs de as gemeten, groter is dan de luchtdrukgradiënt aan weerszijden van die as. De lucht in een trog is onstabiel van opbouw en gaat vaak samen met een buiig weertype. Een trog wordt doorgaans gemarkeerd door een flink ruimen van de wind, dalingen van de luchtdruk ervoor en luchtdrukstij...
Kramer en de Bruin (1971)
Trog - ook keel, rechthoekige bak op de met water gevulde bun van een visserschip. De wanden van de bun zijn zo hoog opgetrokken dat buitenwater niet door de bun in de boot kan komen. Via de trog werd de levende vis in de dubbele bodem gestopt en eruit gehaald.
Veerman (1954)
1. (meteor.) Uitbochting van de isobaren, die vaak achter een depressie voorkomt. De isobaren liggen daar dichter bij elkaar dan in de naaste omgeving met het gevolg, dat een t. zich dikwijls kenmerkt door een sterk vergrote buiigheid en zware windstoten. Zon t. verplaatst zich niet met de snelheid van de wind, zoals fronten doen; daaruit blijkt, d...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: