troetelt
troetelt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van troetelen ♢ Jij troetelt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van troetelen ♢ Hij troetelt 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van troetelen ♢ troetelt...
Wiktionary (2019)
troetelt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van troetelen ♢ Jij troetelt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van troetelen ♢ Hij troetelt 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van troetelen ♢ troetelt...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: