Wat is de betekenis van troebel?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

troebel

troebel - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet helder, niet duidelijk, niet zuiver (ook in overdrachtelijke betekenis van oneerlijk) Hij had een troebele blik in zijn ogen na het drinken van teveel alcohol.

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

troebel

troebel - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: troe-bel 1. met vuil en ander stof erin ♢ de bedorven wijn was helemaal troebel 1. troebele blikken [waaruit blijkt dat iemand niet meer helder kan denken...

2024-04-18
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Troebel

Het Latijnse woord turba: verwarring, ruzie leverde het Franse trouble op en dit is in het Nederlands overgenomen als zelfstandig en ook als bijvoeglijk naamwoord. Het eerste is vrijwel uit de taal verdwenen. Het betekende: last, zwarigheid, onzekerheid. Er was een zegswijze: in troebel komen. Ook in de betekenis oproer kwam het woord voor. Wij spr...

2024-04-18
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

troebel

onsuiwer; modderig.

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Troebel

adj., troebel(ich), gromm(el)ich, grounich; — water, tsjok wetter; — maken, (om)grom(mel)je, (om)grounje.

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Troebel

I. m. (-en), 1. wanorde, onrust, beroering: in de troebel der tijden; meest mv., onlusten: de troebelen stillen; vaak in toepassing op de godsdienstige en politieke beroeringen in Nederland onder de regering van Philips II; 2. (gew.) onenigheid; II. bn. (-er, -st), onzuiver, onklaar, drabbig (van vloeistof): het water, de wijn is...

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

troebel

Fr. trouble; 1. bn., bw.; onklaar, onzuiver, drabbig: zegsw. in troebel water is het goed vissen, bij onlusten is er voordeel te behalen; 2. troebelen, v. mv.; onlusten, beroerten.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

troebel

('troebəl) 1. bn. en bw. (-er, -st) [Fr. < Lat. turbidus] onzuiver, onklaar, drabbig : de wijn is -. → water. 2. m. (-en) vooral mv. wanorde, onrust : in de -en dier tijden; de -en stillen.