Wat is de betekenis van trijpen?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

trijpen

trijpen - Bijvoeglijk naamwoord 1. van trijp gemaakt We zaten op zacht donkerrode trijpen sofa's. Woordherkomst Afgeleid van trijp met het achtervoegsel -en

2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Trijpen

adj., tripen.

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Trijpen

bn., 1. van trijp: trijpen pantoffels; 2. met trijp bekleed: trijpen stoelen.

Wil je toegang tot alle 6 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

trijpen

bn.; van trijp; met trijp bekleed: trijpen pantoffels; er stonden zes trijpen stoelen.

Gerelateerde zoekopdrachten