Wat is de betekenis van tricycle?

2024-04-19
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Tricycle

Tricycle - driewieler, als veilige tegenhanger van de hoge bi, ruim een eeuw geleden in Engeland ontwikkeld. Vgl. bicyclette.

2024-04-19
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

tricycle

Driewieler, als veilige tegenhanger van de hoge bi, in de negentiende eeuw in Engeland ontwikkeld. Werd zowel met pedalen als met handmatig hevelmechanisme aangedreven. Vgl. bicyclette. Zijn eerste grote organisatie werd Marseille-Parijs in één ruk. Ongeveer 1000 kilometer en hij introduceerde een sensationele nieuwigheid: de gangmakers op hun tand...

2024-04-19
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

tricycle

(de; -s) - driewieler • Men mocht Pim Kiderlen gerust de bekendste Nederlandse wielrenner van zijn tijd op de driewieler noemen; de Britse deskundige, dr. Turner, beschouwde hem zelfs als de snelste rijder uit de negentiende eeuw op de tricycle. (ADRIA)

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Tricycle

driewieler

2024-04-19
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Tricycle

driewieler.

2024-04-19
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

tricycle

driewieler.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tricycle

(Fr.), m. (-s), rijwiel met drie wielen.

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

tricycle

m. driewieler, driewielige fiets.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tricycle

m.-s; Fr. zie bicycle: driewieler.

Gerelateerde zoekopdrachten