trial - Zelfstandignaamwoord 1. (sport) een behendigheidswedstrijd waarin de deelnemers met hun voertuig een parkoers met allerlei hindernissen moeten afleggen ♢ Bij trial voor motorfietsen moet de rijder de voeten op de voetrusten houden. Woordherkomst Engels leenwoord voor “pogin...

trial: bike trial; spectaculaire wielerdiscipline waarbij de renners met een kleiner en lichter soort mountainbike (gebaseerd op een frame dat van stuurbuis tot achterwielbevestiging rechtdoor loopt) een hindernisparcours tegen de tijd afleggen. Zij gebruiken daarvoor kracht en evenwicht. Er zijn strafpunten te verdienen wanneer ze een hindernis (b...

(de; -s) - wedstrijd waarbij het in de eerste plaats niet om de snelheid gaat, maar om de kunst en behendigheid van het rijden, bv. over een serie obstakels komen door erop, erover en eraf te springen en eroverheen te fietsen.

(Eng.; poging) Bod op deelscoreniveau waarmee partner wordt gevraagd met een geschikte kaart de manche te bieden in de kleur die eerder geboden en gesteund is. Onderscheiden worden de long suit trial, de short suit trial en de help suit trial.

proef(onderzoek)

[Eng.], m. (-s), 1. beproeving; het proberen; 2. (motorsport) een rijvaardigheidswedstrijd.

(traiel) (Eng.) poging, onderzoek, gerechtelijk verhoor; proef, beproeving; proefrit van renpaarden; proefstomen.

een soort tenor.

trial - onderzoek; proefneming; gerechtelijk verhoor.