treuren
treuren - Werkwoord 1. (inerg), (psychologie) verdrietige gevoelens koesteren, vaak na het verlies van iemand of iets ♢ Zij treurde nog lang nadat zij haar hondje verloren had.
Wiktionary (2019)
treuren - Werkwoord 1. (inerg), (psychologie) verdrietige gevoelens koesteren, vaak na het verlies van iemand of iets ♢ Zij treurde nog lang nadat zij haar hondje verloren had.
Muiswerk Educatief (2017)
treuren - regelmatig werkwoord uitspraak: treu-ren 1. ergens verdrietig om zijn ♢ zij treurt om het verlies van haar poes Regelmatig werkwoord: treu-ren ik treur jij/u treurt ...
Van Dale Uitgevers (1950)
(treurde, heeft getreurd), 1. zich overgeven aan, voortdurend vervuld zijn van droefheid: wat treurt ge, hooggeleerde Vos? (Vondel); inz. treuren om of over iets, nl. iets dat men missen moet: treuren om het verlies van…; 2. (bij verg.) er droevig uitzien, kwijnen: die plant treurt, ze moet verse aarde hebben;...
Jozef Verschueren (1930)
('treurɘn) (treurde, heeft getreurd) 1. diep bedroefd zijn : om, over iets. → uitentreuren. 2. weeklagen. 3. kwijnen: dat meisje treurt al lang; de gehele natuur treurt.
F.W. Grosheide (1926)
Het werkwoord dat daarvoor het meest voorkomt staat in verband met een ander werkwoord dat verwelken beteekent. Daarom wordt het ook gebruikt van de natuur (Am. 1:2; Jes. 24 : 4; 33 : 9; 24 : 7). Toch wordt het ’t meest gebezigd voor het treuren dat de mensch kan doen, vooral van het klagen om den gestorvene (Hoz. 10 : 5; Num. 8 : 8). Zoo kan...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(treurde, heeft getreurd), 1. verdrietig, bedrukt zijn; (zegsw.) daarom niet getreurd, daardoor moet men zich niet laten weerhouden; om of over iets, nl. iets dat men missen moet; 2. kwijnen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: