treiteren
...
Wiktionary (2019)
treiteren - Werkwoord 1. (ov) rottigheid uithalen ten nadele van iemand met het doel diegene dwars te zitten ♢ Sommige mensen kunnen het niet laten geregeld iemand te treiteren.
Muiswerk Educatief (2017)
treiteren - regelmatig werkwoord uitspraak: trei-te-ren 1. gemeen plagen ♢ ik werd vroeger getreiterd op school Regelmatig werkwoord: trei-te-ren ik treiter jij/u treitert ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., treiterje, nytgje, nitigje, nitelje, njidzje, narje, faksearje, pjerre hjitfolgje; -d, treiterich.
Van Dale Uitgevers (1950)
(treiterde, heeft getreiterd), op gemene wijze voortdurend plagen, kwellen uit zucht om te kwellen: die jongen doet niets dan zijn kleine broertje treiteren: de N.S.B.-ers legden het er op toe de bevolking zo veel mogelijk te treiteren.
Dr. C.H. PH. Meijer (1919)
eerst laat; = plagen, in den regel op vinnige wijze: frequent, van het in ’t vla. voorkomend treiten, lastig vallen, dat wel het fra. traiter zal zijn; de overgang van behandelen tot slecht behandelen, plagen, mishandelen komt veel voor, vgl. havenen, afeit toetakelen, onder handen nemen enz. Stijn Streuvels, Beroerde Maandag 143: „Waar...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: