Wat is de betekenis van treinpassagier?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

treinpassagier

passagier in een trein. iemand die als passagier meerijdt met een trein; passagier in een trein. Voorbeelden: In het met peerlampen verlichte gebouw stonden meer Duitse ambtenaren met petten en laarzen dan treinpassagiers; die waren er niet veel, want voor zijn plezier ging niemand Duitsland in. Jan Gerhard Toonder, De dronken kan...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

treinpassagier

treinpassagier - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die met de trein reist Woordherkomst samenstelling van trein en passagier Synoniemen treinreiziger

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

treinpassagier

treinpassagier - zelfstandig naamwoord uitspraak: trein-pas-sa-zjier 1. iemand die met de trein reist ♢ treinreizigers mogen in deze stiltecoupé niet telefoneren Zelfstandig naamwoord: trein-pas-sa-zjier de treinpass...