tred
tred - Zelfstandignaamwoord 1. het regelmatig treden, lopen ♢ Toen hij zich realseerde dat het al laat was, versnelde zich zijn tred. ♢ De treden veranderden van richting bij iedere paal. Verwante begrippen tredplant
Wiktionary (2019)
tred - Zelfstandignaamwoord 1. het regelmatig treden, lopen ♢ Toen hij zich realseerde dat het al laat was, versnelde zich zijn tred. ♢ De treden veranderden van richting bij iedere paal. Verwante begrippen tredplant
Muiswerk Educatief (2017)
tred - zelfstandig naamwoord 1. manier van lopen ♢ met energieke tred liep hij ons voorbij 1. gelijke tred houden [je in hetzelfde tempo ontwikkelen] Zelfstandig naamwoord: tred ...
Jan Luitzen (2009)
(de; g.mv.) - manier waarop een fietser de pedalen rondbeweegt, stijl (soepelheid, tempo) van fietsen, syn. pedaaltred. • Egon van Kessel moest aan mensen langs de kant vragen wie Michael Boogerd was. ‘Die daar, in dat groene shirt.’ Egon had het snel gezien. ‘Zo, die zit best goed op z’n fiets.’ Ik had een bepaald tredje en het draaide. Toen heeft...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), 1. trede, schrede, stap: bij iedere tred werd de pijn heviger; 2. het treden, gang: met bedaarde tred; zijn tred verhaasten, bespoedigen, sneller gaan; gelijke tred houden, gelijkop gaan, even snel vooruitkomen, eig. en (gewoonl.) fig.; 3. wijze van gaan: ik herken hem aan zijn tred.
M. J. Koenen's (1937)
m. treden; stap, gang: met vaste tred; gelijke tred met iem. houden, even snel vooruitkomen, ook fig.
Jozef Verschueren (1930)
(tret) m. (-en; -je) 1. Eig. het treden. 2. Metn. stap, gang : met vaste -; zijn verhaasten; gelijke houden, even snel vooruitgaan.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: