Wat is de betekenis van transporteur?

transporteur - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) ondernemer van transporten, vervoerder 2. toestel of machineonderdeel waarmee iets verplaatst wordt b.v. een bandtransporteur 3. (gereedschap) gradenboog die dient om opgemeten hoeken over te brengen, een hoektransporteur Woordherkomst Naamwoord van handeling van transporteren me...

[Fr.] 1 vervoerder, ondernemer van een vervoersbedrijf (transportondernemer), expediteur; 2 verzamelnaam voor transportwerktuigen die continu transporteren; 3 onderdeel van een machine dat beweging overbrengt; 4 gradenboog om gemeten hoeken over te brengen.

vervoerder; hoek- of graadmeter

vervoerder; hoek- of graadmeter, graadboog; laadbrug.

transportondernemer, expediteur; transportband; transporteur aérien (par câbles), transportkabel.

transporteur; hoekmeter; graadboog.

(Fr.), m. (-s), 1. ondernemer van transporten; 2. laadbrug; 3. graadboog die dient om opgemeten hoeken over te brengen.

v. schroefdraad voorziene as van een draai- of schaafbank, waarlangs beitelhouder met beitel bewogen wordt.

m. hoek- of graadmeter.