trammelant
1) (19e eeuw) (Barg.) herrie; lawaai; rumoer; keet. Oudste vindplaats (volgens het WNT) is Boekenoogen. Datzelfde woordenboek verklaart het uit Frans 'trémulant' (eigenlijk: triltoon, siddertoon die een heftige gemoedsbeweging suggereert). Syn. zijn: heibel, jelles, stennis*. Zeelui noemen de boordradio in hun slang de trammelantkist. Kijk o...