Wat is de betekenis van traliën?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

traliën

traliën - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tralie traliën - Werkwoord 1. (ov) traliën aanbrengen, gevangenzetten [...]<br>en aan de horizon een streep<br>die haar traliede, doch boeide<br>in een ijzersterke greep [...]. Syn...

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Traliën

(traliede, heeft getralied), van traliën, van latwerk voorzien.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

traliën

traliede, heeft getralied; van traliën of traliewerk voorzien: een venster traliën.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

traliën

(traliede, heeft getralied) van traliewerk voorzien : een venster -.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Traliën

Traliën - (traliede, heeft getralied), van traliën, van latwerk voorzien.

2024-04-18
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Traliën

Traliën, bw. gel. (ik traliede, heb getralied), met traliën -, met latwerk voorzien.

2024-04-18
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

tralien

Cancellare, clathrare.