traag
traag - Bijvoeglijk naamwoord 1. met geringe snelheid Woordherkomst afkomstig van: Middelnederlands: traech, trege Oudernederlands: traech, traghe Synoniemen langzaam Antoniemen snel, vlug, rap
Wiktionary (2019)
traag - Bijvoeglijk naamwoord 1. met geringe snelheid Woordherkomst afkomstig van: Middelnederlands: traech, trege Oudernederlands: traech, traghe Synoniemen langzaam Antoniemen snel, vlug, rap
Muiswerk Educatief (2017)
traag - bijvoeglijk naamwoord 1. in een laag tempo ♢ traag kroop de slak van het blad 1. traag van begrip zijn [iets niet snel begrijpen] Bijvoeglijk naamwoord: traag .....
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
langzaam Othello raapte traag zijn degen op, die Montano op de vloer had geworpen. Hij liet zijn handpalm glijden over het Spaanse staal, dat in het maanlicht glom. Maar voor hij kon doen wat hij ermee van plan was, verscheen Gratiano in het deurgat. ‘U mag deze kamer voorlopig niet verlaten, generaal, en zeker niet gewapend’...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., traech, têd, sleau, dodzich, loom, lôch, loai; — van bevatting, staf, ûnbigryplik; — zijn, net út it sté, fan it sté komme kinne.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (trager, -st), 1. langzaam van beweging, veelal met gedachte aan krachteloosheid of moeizaamheid: traag kruipt de stoet over de modderige weg; trage bewegingen, gebaren; zo traag als een slak ; —trage stoelgang, verstopping; 2. (van pers.) langzaam in het handelen, niet voortvarend: traag in het werk, in het eten;, zij is traag in he...
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (trager, -st) 1. langzaam : in het eten, in het werk; zo als een slak. 2. lui, maar minder sterk : hij is in het schrijven, schrijft niet vaak. Syn. → log.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: