Wat is de betekenis van touwel?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

touwel

touwel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van touwelen ♢ Ik touwel 2. gebiedende wijs van touwelen touwel! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van touwelen touwel je?