Tournure
[Fr.] wending, draai die men aan iets geeft, houding; queue de Paris.
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
wending, houding, gestalte; inkleding, zinswending, draai; (dames)tournure; draaisel; avoir une tournure d'esprit sérieuse, ernstig van aard zijn; prendre tournure, een vaste vorm aannemen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), v. (-s), 1. wending, keer; draai die men aan iets geeft ; houding ; 2. opgevulde drapering om een damesjapon van achteren te doen uitstaan : de tournures waren ± 1880 in de mode.
Jozef Verschueren (1930)
v. (-s) [Fr.] 1.Eig. wending, keer. II.Metn. 1. [gevolg van I] uiterlijk, gestalte. 2. [uiterlijk gevend] kussentje achter, boven in een damesjapon om deze te doen uitstaan. III. Metf. andere richting : een in de politiek.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: