Wat is de betekenis van Touringcar?

2024-04-24
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

touringcar

(zelfstandig naamwoord) [alg.] reisbus, toerbus, toeristenbus - Mijn vakantie begint zodra ik in de reisbus naar Vladivostok stap.

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

touringcar

touringcar - Zelfstandignaamwoord 1. (verkeer) een luxe autobus om reizen of uitstappen mee te maken Hebben jullie een touringcar gekocht? Verwante begrippen schoolbus

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

touringcar

touringcar - zelfstandig naamwoord uitspraak: tou-ring-car 1. luxueuze autobus voor tochten en vakantiereizen ♢ we gingen met de touringcar naar Volendam Zelfstandig naamwoord: tou-ring-car de touringcar ...

2024-04-24
Begrippenlijst toerisme

Digischool (2010)

Touringcar

Een touringcar is een luxe bus die toeristen van hun woonplaats naar hun vakantiebestemming brengt.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Touringcar

autobus

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Touringcar

autobus voor gezelschapsreizen.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

touringcar

('toeringka:) m. en v. (-s) toerautobus.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Touringcar

[Eng.], v./m. (-s), autobus om uitstapjes mee te maken.