tour
tour - Zelfstandignaamwoord 1. rondreis, rondgang, toer 2. (sport) Tour de France Woordherkomst van het Frans
Wiktionary (2019)
tour - Zelfstandignaamwoord 1. rondreis, rondgang, toer 2. (sport) Tour de France Woordherkomst van het Frans
Direct toegang tot alle 20 resultaten over Tour?
Marc De Coster (2017)
Tour - (Fr.) verkorting van Tour de France, de jaarlijkse wegwedstrijd door heel Frankrijk en soms door omringende landen. Voor het eerst van start op 1 juli 1903 op initiatief van de Fransman Henri Desgrange. De eerste Tour kende een parcours van ca. 2500 km, verdeeld over zes etappes. Thans bedraagt de afstand ca. 4000 km. Franse renners noemen d...
Peter Joh .M. Zuidweg (2017)
1) Groep gasten die onder een bepaalde naam in een hotel verblijft (zie ook: Group). 2) Georganiseerde groepsreis.
Muiswerk Educatief (2017)
tour - zelfstandig naamwoord 1. tocht met een vervoermiddel of een rijdier ♢ we maakten een tour door Zuid-Frankrijk 1. de Tour de France [jaarlijkse wielerwedstrijd] Zelfstandig naamwoord: to...
Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)
Tour: Franse benaming voor wielerronde, met name voor de Tour de France die elk jaar in de maand juli wordt georganiseerd (www.letour.fr). De Tour wacht op niemand (2007) is de titel van een boek over de Tour de France van Mart Smeets, maar meer nog de gevleugelde uitdrukking die door Jean Nelissen in 1992 werd gemunt, toen vier tourvolgers veronge...
Marc de Coster (2009)
Verkorting van Tour de France, de jaarlijkse wegwedstrijd door heel Frankrijk en soms door omringende landen. Voor het eerst van start op 1 juli 1903 op initiatief van de Fransman Henri Desgrange. Het prijzenbedrag was destijds indrukwekkend: 500 euro. Het inschrijvingsgeld bedroeg 25 eurocent. De eerste Tour kende een parcours van ca. 2500 km, ver...
Jan Luitzen (2009)
(de; -s) 1 - onderdeel van de discipline eenwielrennen waarbij de recreatieve rijder op een afstandseenwieler met een grote (virtuele) wielomtrek een bepaalde afstand rijdt. 2 - rondrit • Een continentale serie van wegwedstrijden wordt samengesteld voor alle elitemannen en alle beloften op de continentale kalender van ieder continent. Deze series...
Jan Luitzen (2009)
(de; -s) - toernooiencyclus voor professionele golf(st)ers → a order of merit, money list, Ladies European Tour, PCA Tour, LPGA Tour, European Tour tourcard, qualifying school
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
rondgang; beurt; valse haarvlecht; tour a tour: beurtelings; tour de force: sterk stuk
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
I. toren; kasteel [in ’t schaakspel]; tour de Babel, toren van Babel; fig. Babel, Babylonische spraakverwarring; tour de controle, verkeerstoren; tour d’ivoire, ivoren toren; la tour penchée de Pise, de scheve toren van Pisa; tour Eiffel, Eiffeltoren; II. ronddraaiende beweging, ronddraaiing; slag; omloop; wending, kronkeling; wa...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. (rond)reis, toer, tochtje; tournée; rondgang; the grand tour, de grote reis [door Frankrijk, Italië en ter voltooiing van de opvoeding]; II. een (rond)reis maken (door); afreizen; op tournée gaan of zijn (met).
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
tochtje; wending; rondedans; tournee (v. e. reiziger); haartour, vals haar; an die Tour müssen, aan de beurt komen; auf vollen Touren laufen, op volle toeren lopen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), m., rondgang; — valse haarvlecht; — zie verder Toer; — tour à tour, beurtelings; — tour de bâton, handgreep, gauwigheid ; — tour de force, krachttoer, iets stouts, gewaagds, een kunststuk.
Jacon Kramers Jz (1948)
(Fr.) m. omvang;; uitstapje, reisje; beurt, rondgang;; vals haarvlechtsel; ~ a ~, beurtelings; ~ de force, krachtzet, stoute, gewaagde daad.
M. J. Koenen's (1937)
m. -s; Fr. omvang; uitstapje; beurt; rondgang; valse haarvlecht: tour de force, krachttoer; tour de passe-passe, goochelaarsgreep; tour à tour, beurtelings; tour de bâton, handgreep.
S. van Praag (1937)
(Fr.), m. uitstapje: beurt; rondgang; valse haarvlecht; tour à tour, beurtelings; tour de force, gewaagde daad.
Herman Pinkhof (1923)
(Fr., omdraaiing, toer), winding van een zwachtel. T. sur le ventre, de gewone wijze van inbrengen van een catheter in de pisblaas, met de concave zijde naar den buik gericht. T. de maître (of demi tour de maître (maître, meester, operateur), vroeger gebruikelijke wijzen van katheteriseeren, met de convexe zijde van den katheder h...
dr. H. Pinkhof (1923)
(Fr., omdraaiing, toer), winding van een zwachtel. T. sur le ventre, de gewone wijze van inbrengen van een catheter in de urineblaas, met de concave zijde naar de buik gericht. T. de maître (of demi tour de maître; maître, meester, operateur), vroeger gebruikelijke wijzen van katheteriseren, met de convexe zijde van den katheder h...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.