Wat is de betekenis van totok?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

totok

(1875) (< Mal.) (Ned-Indië, scheldw.) volbloed Nederlander. • Totok, (jav.), echt, onvervalscht, volbloed; totok wĕlanda = een volbloed Hollander; of wel iemand, die zich nog niet in Indië thuis gevoelt. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • Wij Hollanders - ik bedo...

2024-04-20
Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

totok

totok [volbloed Hollander]. Javaans totok. Eigenlijk betekent het: onvermengd, bij uitbreiding: iemand van onvermengd (Hollands) bloed. Men is en blijft totok als men uit Holland is. Daardoor kon het woord dus zowel gebruikt worden voor wat men oudtijds noemde ‘baren’, in tegenstelling tot Euraziaat. Uit de voorliefde die men h...

2024-04-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Totok

[Javaans] volbloed Europeaan (in voormalig Ned. Indië).

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Totok

volbloed Nederlander (Ind.); pas in Indonesië aangekomene

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Totok

Europeaan (Nederlander) in Indonesië.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tòtòk

(Mal.), gemeensl. zn. (-s), (Ind.) volbloed Hollander ; Hollander die pas in Indië aangekomen is.

2024-04-20
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Totok

(Javaans), oorspr. naam van (witte) zeeschelp, thans ook benaming voor blanken (niet in Indië geboren).

2024-04-20
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

totok

(Ind.) m. volbloed Europeaan.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tòtòk

m. -s; O.-I. van ongemengd bloed; soms met de bijbet. baar; van Europeanen, zelden van Chinezen; onjuiste schrijfw. toto.