Wat is de betekenis van Totalisator?

totalisator - Zelfstandignaamwoord 1. apparaat met behulp waarvan totalen berekend en geregistreerd kunnen worden, telmachine 2. machine die totalen berekent t.b.v. de gokkers op wedstrijden 3. toto Woordherkomst Naamwoord van handeling van totaliseren met het achtervoegsel -ator

[modern Lat.; vgl. Fr. totalisateur] 1. (alg.) optelmachine, apparaat dat totalen van optellingen berekent of deze registreert; 2. systeem van prijsvragen of weddenschappen waarbij het totaal der inleggelden onder de winnaars wordt verdeeld; vooral bij paardenrennen en voetbal, de toto; 3. (mete...

optelmachine; vorm van wedden waarbij de inleggelden onder de winnaars verdeeld worden

officiële gelegenheid om op de uitslag van harddraverijen en paardenrennen te wedden. Het totaal van de inleg wordt verdeeld onder degenen die op de winnaar of op een der prijswinnaars hebben gewed.

toestel wat hoeveelhede masjinaal optel; toestel wat weddenskappe by wedren reël.

telmachine; lijst van weddenschappen.

1. De t. geeft gelegenheid tot legaal wedden, zonder tussenpersonen, b.v. bij draf- en rensport. Sinds 1946 is aan de Stichting Totalisator Nederland opnieuw toegestaan de t. als bedrijf uit te oefenen. De omzet bedroeg in 1951 5 mill. gulden en deze was in 1955 gestegen tot 10 mill. gulden; 9 mill. hiervan tijdens harddraverijen en 1 mill. tijdens...

m. (-s), bij wedrennen gebruikte inrichting die aangeeft hoeveel inzetten en tot welk bedrag er bij een bep. ren gedaan zijn, om het totaal van het op de winner gezette bedrag onder de wedders te kunnen verdelen.

wed-inrichting bij paardenrennen en draverijen, waarbij volgens een bepaald systeem de inzetten op alle verliezende paarden bij één of meer rennen gelijkelijk over de winnaars worden verdeeld na aftrek van een percentage voor de Staat. In Ned. sed. 1948 weer toegestaan.