torren
1) (1923) (zeem.) wachtlopen. • Bertus praatte van een ‘mokkie koffie’ ook. Wanneer je koksmaatje was, heette je die week ‘het zeuntje’; een schotel heette ‘balie’, dweilen heette ‘zwabberen’; als je aan de wal ging ‘passagieren’ en als je de wacht had, noemden ze dat ‘torren&rs...