Wat is de betekenis van tonen?

tonen - Werkwoord 1. (inerg) een bepaalde indruk geven 2. (ov) laten zien ♢ Dat toonde hoe moedig en capabel hij werkelijk was. 3. (ov) duidelijk maken 4. (ov) blijken te bezitten 5. (refl) zich ~: zich doen kennen als tonen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het ze...

tonen - regelmatig werkwoord uitspraak: to-nen 1. het laten zien ♢ hij toonde mij zijn nieuwe computer 1. dankbaarheid tonen [laten zien dat je dankbaar bent] Regelmatig werkwoord...

Ook: aangeven. Door een bieding het bezit ervan beloven. Zo kan een bepaalde lengte in een kleur getoond worden, een aantal honneurpunten, een aantal azen of heren, een controle of een specifieke kaart.

Ik zal het u tonen (frequenter dan: laten zien). — Ze toonde haar leeftijd niet, ze toonde 15 jaar (zag er jonger uit, meer als 15).

(toonde, getoond) in België ook: laten zien - de weg tonen, de weg wijzen. Ik zal in ieder geval mijn verantwoordelijkheid nemen en de andere jongens de weg tonen. - LN, 05-03-2003.

1. In de bet.: laten zien, aanwijzen; (de weg, een plaats) (aan)wijzen; - ook als gall. (ter vert. van fr. montrer): bezitten, kunnen laten zien enz. (zie de 1ste aanh.). (In deze toep. in de standaardt. uitsl. in bijz. stijl). Laten de flinke Gentsche meisjes - geen stad telt en toont er evenveel mooie, en zij kennen hunne schoonheid tot dr...

v., toane, sjen litte; zijn ware aard —, jins wier aerd forriede, ûntdekke, iepenbierje, bleat-, feiljaen.

...

I. TONEN (toonde, heeft getoond), I. o verg., 1. laten zien : een boek, zijn werk tonen ; — aanwijzen : iets met de vinger tonen ; — (zeew.) een vlag, zijn kleuren tonen, zich door het hijsen der vlag doen kennen ; — (oneig.) zijn hielen tonen, weglopen, op de vlucht gaan ; — iem. een vuist...