Wat is de betekenis van tondel?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tondel

tondel - Zelfstandignaamwoord 1. (geschiedenis) licht ontvlambare stof, gebruikt om vuur te maken 2. tondeldoos Verwante begrippen tonder, tonderzwam

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Tondel

(tonder) licht ontvlambare stof

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

tondel

lichtontvlambare stof, zoals linnen of katoen. Het diende vroeger als lont. De op oude beuken en eiken groeiende tondelzam (Poly'porus fomenta'rius) werd ook gebruikt en daartoe in stukken gesneden, in een sodaoplossing uitgekookt en met jö/peteroplossing gedrenkt. De salpeter dient als oxydatiemiddel voor de licht brandende droge zw...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tondel

s.n., tonder (it), tûnder (it), swam (it).

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tondel

TONDER, o., licht ontvlambare stof, inz. verkoold linnen, katoen of de hoed van een zwamsoort (tonderzwam), eert. gebruikt om vuur te maken, nl. door er de vonk van een vuurslag op te laten springen.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tondel

o.; gebrand linnen.

2024-04-25
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Tondel

Tonder (verwant met Hd. zünden, Ned zundgat en met tintelen, van tinden: branden). Licht ontvonkbare stof, bestaande uit gedoofde kool van een weefsel (katoen of linnen), of van den hoed van de tonderzwam. Met tondel en vuurslag kan men gemakkelijk vuur maken. Een tondeldoos was vroeger een algemeen gebruikt voorwerp.De tonderzwam is een reusa...

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Tondel

oud instrument v/h maken v. vuur, bestaande u/e kokertje met gebrand linnen, dat a/h gloeien werd gebracht door een vonk. die u/e vuursteen werd geslagen.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tondel

(‘tondəl) o. [wkw. waarvan tintelen het Frekw. is] gebrand linnen.