toevallig
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
toevallig - Bijvoeglijk naamwoord 1. bij toeval , niet met opzet Woordherkomst afgeleid van toeval met het achtervoegsel -ig Verwante begrippen incidenteel, stochastisch, bij toeval, toevalligerwijze
Muiswerk Educatief (2017)
toevallig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: toe-val-lig 1. door een samenloop van omstandigheden ♢ ik heb hem toevallig ontmoet 2. zoals het nu eenmaal is ♢ toevallig ben ik de sterkste...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. niet-bedoeld, onvoorzien, bij toeval optredende: een toevallige ontmoeting; door een toevallige omstandigheid; — als bw.: toevallig treft het zo, dat de buren tegelijk met mij vertrekken; ik zag hem toevallig; — bepaaldelijk: zonder reden, onopzettelijk: een toevallig praatje; 2....
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: