Wat is de betekenis van toevallen?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

toevallen

toevallen - Werkwoord 1. (intr) bedeeld worden met, ten deel vallen 2. (intr) dichtvallen Het kindje had slaap en zijn oogjes vielen toe toevallen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord toeval Woordherkomst samenstelling van toe en vallen

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toevallen

(viel toe, is toegevallen), 1. (thans nog gew. in Z.-Ned.) (van personen) zich laten vallen op een bepaald doel; (ergens onverwacht) binnenvallen: dat boerenhof waar ze voor de eerste keer toevielen en als familie ontvangen werden (Streuvels); 2. (gew. in Z.-Ned.) (van zaken) neervallen, neerstorten: als ze de grote sneeuwbrokken gruisdik...

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

toevallen

viel toe, is toegevallen; 1. (vallende) dichtgaan: de ogen vielen mij toe van de slaap; 2. fig. ten deel vallen: een erfenis is haar toegevallen.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

toevallen

('toe) (viel toe, is toegevallen) 1. ten deel vallen: een erfenis is hem toegevallen. 2. begunstigen, helpen: iets kan iemand -.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Toevallen

(viel toe, is toegevallen), 1. ten deel, te beurt vallen; 2. dichtgaan: zijn ogen vallen toe van de slaap.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Toevallen

Toevallen - (viel toe, is toegevallen), vallende dichtgaan : de deur, het raam, het boek viel toe; — de oogen vallen mij toe, ik kan haast niet zien van den slaap; — ten deel, te beurt vallen, krijgen, erlangen wat is hem toegevallen 1; begunstigen, zich voegen bij (eene partij enz.).

2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)