Wat is de betekenis van Toetsing?

toetsing - Zelfstandignaamwoord 1. het toetsen (onderzoeken) naar waarde, juistheid, omvang, strijdigheid met iets anders etc. Woordherkomst Naamwoord van handeling van toetsen met het achtervoegsel -ing

toetsing - zelfstandig naamwoord uitspraak: toet-sing 1. onderzoek naar waarde, juistheid, omvang et cetera ♢ uit de toetsing van zijn beweringen bleek dat hij niet de waarheid sprak Zelfstandig naamwoord: toet-sing ...

Toetsing is het vergelijken van een gemeten waarde aan een norm wordt toetsen genoemd.

Het meten van de mate waarin iemand over bepaalde kennis, vaardigheden en attitude (competenties) beschikt.

Een systematische, gestructureerde actie voor het beoordelen van een activiteit.

Deel van de tekst waarin de mogelijkheid en wenselijkheid van de alternatieven aan verschillende soorten criteria wordt getoetst, bijvoorbeeld technische, economische, maatschappelijke en bestuurlijke criteria.

v. (-en), 1. het onderzoeken van edele metalen met een toetssteen of op een andere manier: sedert de scheikunde het salpeterzuur en het koningswater heeft leren bereiden, is men in staat de toetsing nog met meer zekerheid te doen dan de ouden dit vermochten; 2. onderzoek naar waarde, juistheid, omvang enz.: de toetsing van het offi...

v. (-en) het toetsen.

v. (-en), 1. het onderzoeken van (edele) metalen; 2. onderzoek naar waarde, juistheid, omvang enz.; m.n. het onderzoeken van een verordening of wet op strijdigheid met een andere. In het wetenschappelijk onderzoek is toetsing een fase in de empirische onderzoekscyclus, nl. het aantonen van de (on)juistheid van een hypothese met behulp van daartoe...