Wat is de betekenis van Toet?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

toet

1) (17e eeuw) (inf.) 1) gezicht; 2) mond. 'Iemand op zijn toet slaan.' • toet v. toeten, toetje, mond, mondje; kindertoet, strooptoet; van een lekkerbekje zegt men, wat heeft dat kind een lekker toetje. Zamenstelling: diktoet, smultoet, toetebakkes. (J. Bouman: De Volkstaal in Noord-Holland. Inhoudende een lijst van woorden, die in deze provin...

2024-04-19
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Toet

Vleivorm uit de kindertaal, mogelijk van Lodewijk.

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

toet

toet - Tussenwerpsel 1. geluid van een hoorn, claxon of toeter, kort loeiend geluid toet - Zelfstandignaamwoord 1. toegespitste mond 2. (informeel) zoen of kus 3. (informeel) gezicht 4. (zoogdieren) (jong) vrouwtjesvarken 5. (informeel) klein meisje, kind 6. putje, kuiltje 7. in een knot opgestoken hoofdhaar toet...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

toet

getoet, sien toeter.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Toet

s., tût.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toet

I. m. (-en), TOETJE, o. (-s), 1. gespitste mond: ze maakte een toetje en dronk aan het fonteintje; luchtig maakte hij een toet van zijn lippen; 2. (niet alg.) kus: een toet geven; 3. (gemeenz.) mond, en vandaar: gezicht: ’t kind had een toetje vol slagroom; een leutige, frisse toet; — een toet trekk...

2024-04-19
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

toet

mond. Kom er uit, dan kan je je toet onder de kraan houen; water aan je nest brengen, dat doe ik vast niet.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

toet

m. -en; 1. wrong: het haar in een toet dragen; 2. hoofd; gezicht; snuit: wat eau de cologne op m’n toet; hou je toet! Leentje maakte een toetje en dronk zo aan het welletje, dat liep uit Jantjes hand; lekkere toet, lieve schat; gmz.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

toet

I. m. (-en; -je) [~ tuit] 1. Eig. Gemz. tuit, gezicht: hou je -; een trekken. 2. Metn. kus: geef me een -je. II. m. (-en; -je) [wsch. ~ dot] wrong: een tabak; een in het haar dragen.