toerfietser
toerfietser - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die op de fiets op vakantie gaat ♢ De toerfietser die in een niet aan de omstandigheden - wind, helling, wegdek - aangepaste versnelling rijdt, kenmerkt zich als een grote beunhaas. Woordherkomst samenstelling van toer en fietser