Wat is de betekenis van Toegevend?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

toegevend

toegevend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vantoegeven

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toegevend

bn. bw. (-er, -st) 1. meegaand, inschikkelijk, gewillig, lankmoedig: toe'gevend jegens, tegenover iem. zijn; 2. (spraakk.) concessief: toe'gevende zinnen, bijzinnen waarin iets wordt toegegeven dat door de hoofdzin wordt beperkt of opgeheven; toe'gevende voegwoorden (b.v. ofschoon).

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

toegevend

bn., bw. (1 inschikkelijk; 2 spraakk. concessief): 1. toegeven zijn voor de fouten van anderen; 2. de toegevene bijzin drukt uit een vergeefse oorzaak.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

toegevend

(toe'ge:vənt) bn. en bw. (-er, -st) 1. inschikkelijk : zijn jegens, tegenover iemand; voor de fouten van anderen. 2. Taalk. een toegeving uitdrukkend : „ofschoon” is een voegwoord; „gesteld nog dat het zo is” is een -e zin ; een zinsverband.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Toegevend

(het accent wisselt), bn. en bw., 1.meegaand, inschikkelijk, gewillig, lankmoedig: toegevend jegens, tegenover iemand zijn; 2. (spraakk.) concessief: toegevende zinnen, bijzinnen waarin iets wordt toegegeven dat door de hoofdzin wordt beperkt of opgeheven.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Toegevend

Toegevend - bn. bw. (-er, -st), toegeeflijk : toegevend jegens, tegenover iem. zijn; — (taalk.) het toegevend zinsverband verbindt een toegevenden zin met den hoofdzin; toegevende zinnen, bij woordelijke zinnen waarin een gevolglooze oorzaak of reden is uitgedrukt. TOEGEVENDHEID, v.

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)