toegeeflijk
toegeeflijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. inschikkelijk, meegaand ♢ Hij is een zeer toegeeflijke man. Woordherkomst Naamwoord van handeling van toegeven met het achtervoegsel -lijk Verwante begrippen toegeven
Wiktionary (2019)
toegeeflijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. inschikkelijk, meegaand ♢ Hij is een zeer toegeeflijke man. Woordherkomst Naamwoord van handeling van toegeven met het achtervoegsel -lijk Verwante begrippen toegeven
Muiswerk Educatief (2017)
toegeeflijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: toe-geef-lijk 1. wie gauw toegeeft ♢ ze wil het echt niet hoor, ze is niet erg toegeeflijk Bijvoeglijk naamwoord: toe-geef-lijk ... is toegeeflijker dan ... ...
Van Dale Uitgevers (1950)
TOEGE'FELIJK, bn. bw. (-er, -st), inschikkelijk, meegaand, lankmoedig: een toegeeflijk onderwijzer.
Jozef Verschueren (1930)
(toe'ge:flək), bn. en bw. (-er, -st) geneigd om toe te geven (4): een onderwijzer. Syn. → gedwee.
J.H. van Dale (1898)
Toegeeflijk - TOEGEFELIJK, bn. bw. (-er, -st), inschikkelijk: een. toegeeflijk onderwijzer. TOEGEEFLIJKHEID, v. (...heden).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: