Wat is de betekenis van toegeeflijk?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

toegeeflijk

toegeeflijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. inschikkelijk, meegaand Hij is een zeer toegeeflijke man. Woordherkomst Naamwoord van handeling van toegeven met het achtervoegsel -lijk Verwante begrippen toegeven

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

toegeeflijk

toegeeflijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: toe-geef-lijk 1. wie gauw toegeeft ♢ ze wil het echt niet hoor, ze is niet erg toegeeflijk Bijvoeglijk naamwoord: toe-geef-lijk ... is toegeeflijker dan ... ...

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Toegeeflijk

adj. & adv., tajowend, (yn)skiklik. :

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toegeeflijk

TOEGE'FELIJK, bn. bw. (-er, -st), inschikkelijk, meegaand, lankmoedig: een toegeeflijk onderwijzer.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

toegeeflijk

(toe'ge:flək), bn. en bw. (-er, -st) geneigd om toe te geven (4): een onderwijzer. Syn. → gedwee.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Toegeeflijk

Toegeeflijk - TOEGEFELIJK, bn. bw. (-er, -st), inschikkelijk: een. toegeeflijk onderwijzer. TOEGEEFLIJKHEID, v. (...heden).