Wat is de betekenis van toedoen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

toedoen

toedoen - Werkwoord 1. (ov) dichtdoen, sluiten Hij deed de deur toe. Ik heb geen oog toegedaan vannacht. toedoen - Zelfstandignaamwoord 1. handelingen, acties Door zijn toedoen belandde i...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

toedoen

toedoen - onregelmatig werkwoord uitspraak: toe-doen 1. dichtmaken ♢ wil je het raam toedoen? 1. dat doet de deur toe [nu wordt het te veel] 2. geen oog toedoen...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

toedoen

bemiddeling, hulp, toegedoen, help; meewerk; sluit.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Toedoen

v., tadwaen.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toedoen

I. (deed toe, heeft toegedaan), 1. (onoverg.) (gew.) voortgaan; (w. g.) ergens mee toedoen, rondkomen met: ik zal eens zien hoe lang ik met dat pakje boter kan toedoen; 2. (overg.) er bij doen, toevoegen: daar werden op die dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen (Hand. 3 : 41); aan iets toedoen, er van gewich...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

toedoen

I. deed toe, h. toegedaan (1 dichtdoen, sluiten; 2 fig. helpen, baten, invloed uitoefenen): 1. de deur toedoen; ik heb vannacht geen oog toegedaan; een oog toedoen, fig.; zie deur; 2. dat doet er niet toe; hij kan er niets aan toedoen; nog: er het zwijgen toedoen, niets meer op zeggen; II. o. (hulp, bijstand; medewerking): buiten mijn toedoen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

toedoen

('toe) I. (deed toe, heeft toegedaan) 1. sluiten, dichtdoen : het raam -. → deur, oog, paraplu. 2. bijdragen, helpen, baten : dat doet er niet toe; hij kan er niets aan -. II. o. hulp, bijstand, medewerking : dat is buiten mijn geschied.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Toedoen

Werkwoord: toegaan, dichtgaan, vastgaan (Zn.), toe raken, toe geraken, toeslaan, dichtslaan, terugveren, dichtklappen, dichtsnappen, toeflappen, toevallen, dichtvallen, toevliegen, toewaaien, toeschieten, toeploffen, toebonzen, sluiten, sluiten gelijk een peperdoos, aansluiten, aanslaan, toestaan, toeliggen, toezitten, dichtzitten, dichtligg...