Wat is de betekenis van toedichten?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

toedichten

toedichten - Werkwoord 1. (ov) op onvoldoende gronden iemand als de maker of de bezitter aanmerken Woordherkomst samenstelling van toe en dichten Verwante begrippen toekennen, toeschrijven, aanrekenen, toerekenen, wijten

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Toedichten

v.; iem. iets —, immen earne fan bitiigje, bitichtsje.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toedichten

(dichtte toe. heeft toegedicht), 1. zich voorstellen dat iets op een persoon of zaak toepasselijk, daarvoor geschikt is, of er aan behoort: hield hij nog vast aan wat hij zich had toegedicht? 2. ten onrechte of op onvoldoende gronden beweren dat iem. de maker, bezitter enz. van iets is, toeschrijven: een kwaal welke hem werd toegedicht....

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

toedichten

dichtte toe, h. toegedicht (van dichten, d. i. verzinnen: iem. zonder grond iets toeschrijven, hem als dader, maker noemen): dit krantenbericht wordt hem toegedicht.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

toedichten

('toe) (dichtte toe, heeft toegedicht) zonder grond iets toeschrijven, als dader, bedrijver, maker noemen : deze snode daad wordt hem toegedicht. Syn. → aandichten.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Toedichten

(dichtte toe, heeft toegedicht), ten onrechte of op onvoldoende gronden beweren dat iemand de maker van iets is, toeschrijven.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Toedichten

Toedichten - (dichtte toe, heeft toegedicht), toeschrijven (iets aan iem): dit wordt hem toegedicht, men houdt hem voor den bedrijver (dader, maker enz.).

2024-04-19
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Toedichten

zie Aandichten.