Wat is de betekenis van toebehoor?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

toebehoor

toebehoor - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toebehoren ♢... dat ik toebehoor

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toebehoor

o. (...behoren), (niet alg.) hetgeen tot of bij iets behoort: een koningstroon met hof en toebehoor.